Text
Juist daarom en omdat autochtone planten zich eeuwenlang hebben aangepast aan de lokale groeiomstandigheden dienen ze beschermd en terug geplant te worden. Autochtone populaties hebben andere genetische eigenschappen dan niet-autochtone populaties: ze zijn minder gevoelig voor ziekten, beter bestand tegen vorst, hebben dus grotere overlevingskansen en hebben een belangrijke cultuurhistorische waarde.
Omdat die overerfbare informatie heel waardevol is, mag ze niet verloren gaan en willen we de genetische diversiteit bewaren. Van autochtone zaadbronnen (ook in Riemst zijn er zo enkele) wordt er daarom zaad geoogst en opgekweekt tot plantgoed. Het is belangrijk dat de genetische diversiteit van de populaties zich verder kan ontwikkelen om sterker te staan in de toekomst. Daarom moeten restpopulaties ook beschermd worden en moet er zoveel mogelijk autochtoon plantsoen aangeplant worden
De aanplant van inheems materiaal; bosplantgoed, hagen en bomen wordt door de gemeente daarom voornamelijk uitgevoerd met autochtoon materiaal. In de opgelegde beplantingen van groene buffers rond bedrijven en van heraanplantingen wordt aan particulieren gevraagd autochtoon materiaal te gebruiken.
Autochtone planten kunnen gekocht worden tijdens de jaarlijkse plantenverkoop in het voorjaar i.s.m. natuurvereniging Orchis en in het najaar i.s.m. natuurvereniging Natuurpunt en via Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren. Voor een aanplant met autochtoon materiaal kan je van de gemeente via het subsidiereglement voor kleine landschapselementen dubbel zoveel subsidie ontvangen dan voor niet-autochtone planten.
Autochtoon plantmateriaal is herkenbaar aan de label "Plant van Hier" of is vergezeld van een certificaat van afkomst: " Brabants district Oost".